-29 maart 2016-
Vanmorgen begon met mijn dag met het bewegen in de sportzaal, hier hebben we op verschillende manieren aan het badmintonnen geweest. Daarna terug naar mijn kamer, even opfrissen en omkleden. Dan is het tijd om naar de creatieve therapie te gaan.
Daar was ik voor het eerst niet alleen, maar met zijn tweeën. Dat is toch even anders, ook bij mij werkt het anders. De volgende keer ga ik aan een tafel in mijn eentje zitten, verder is het allemaal voor mezelf wat ik daar leer/vertel.
Na het eten is het tijd voor de diëtiste, en dan voor de fysio. buitenactiviteit. Samen met de fysio ga ik wandelen, het is even droog, gelukkig!
Hoe liep je vroeger, hoe loop je nu, als je met anderen loopt, in wiens tempo loop je dan? Dan krijg ik tips en trucs om te lopen, tellen bij het zetten van de stappen, zoveel op de in en zoveel op de uitademing.
Wat deed ik vroeger, doorgaan op andermans tempo, of wat ik denk dat een ander van mij verwacht qua tempo en dat was en is nog steeds, als ik dat weer ga doen, roofbouw op je lichaam. Ik moet het zien als een accu die iedere keer op 90% van de lader wordt gehaald en dan weer en weer en weer en weer en weer en weer… dan heeft de accu niet nog 90% energie zoals bij de aankoop, maar misschien nog 50% of minder, dan kan de energie die er nog is steeds minder voor mij betekenen.
Die roofbouw op mijn lichaam, dat heb ik gedaan de laatste maanden en nu ben ik mijn lichaam weer aan het trainen om 100% te kunnen en niet zo hard bezig te zijn en zo weinig rust dat mijn accu niet meer vol komt… maar gedoseerd, niet over mijn tempo, maar binnen mijn tempo, niet het tempo van anderen, maar mijn eigen tempo, niet na even zitten rust denken dat het wel weer gaat, maar heel even langer zitten.
Woorden die in het gesprek naar voren kwamen waren, waarbij ik toch behoorlijk heb moeten slikken en zelfs de nodige tranen over mijn wangen lieten rollen zijn; “harder naar de buitenwereld”, “anderen aanpassen aan jou tempo, niet andersom”, “letten op je ademhaling”, “stil staan als je even op adem moet komen, dan nog 10 tellen erbij tellen en verder gaan”, “rennen voor anderen??” Nu staan de letters voor me op beeld, letters die samen woorden vormen, woorden met betekenis. Toch voelt het niet helemaal Marleen, het moet allemaal nog even landen en als het geland is moet het nog bij me gaan passen.
Nog ruim 5 weken, wat heb ik al een hoop geleerd en dan ben ik er nog niet… De vrolijke, ‘bezig bijtje’ Marleen die ik vroeger was ga ik weer worden, alleen in een nieuw jasje, een jasje dat bij mij past, een jasje wat past bij mijn kunnen, wat past bij mijn astma. Ik ben trots op wat ik heb geleerd, wat ik al kan!!!